Deze gegevens werden aangeleverd door de Dienst Gegevensbank van de Afdeling Studies & Ontwikkeling van Fedris.
Globale kosten voor de privé-sector
Deze kosten omvatten:
- De betalingen van de verzekeringsmaatschappijen aan de slachtoffers van een arbeidsongeval
- De betalingen van de verzekeringsmaatschappijen aan de rechthebbenden van een slachtoffer bij een dodelijk arbeidsongeval
- De betalingen van FEDRIS aan de slachtoffers en rechthebbenden
Het betreft alle kosten van het desbetreffende jaar, maar die wel betrekking hebben op alle arbeidsongevallen. Een arbeidsongeval dat bv gebeurde in 1975 waarvoor in 2021 nog steeds eeen rente wordt uitbetaald zal terug te vinden zijn in de kolom met de kosten voor 2021.
Deze kosten omvatten:
- Medische, chirurgische, farmaceutische en hospitalisatiekosten
- Prothesekosten
- Begrafeniskosten
- Verplaatsingskosten
- Uitkeringen voor tijdelijke arbeidsongeschiktheid
- Loonverliezen op de dag van het ongeval
- Uitkeringen en renten voor blijvende ongeschiktheid
- Uitkeringen en renten voor de hulp van een derde persoon
- Uitkeringen en renten voor de rechthebbenden naar aanleiding van een dodelijk arbeidsongeval
- Kapitalen die door de verzekeringsmaatschappijen worden uitbetaald aan de slachtoffers
- Kapitalen die door de verzekeringsmaatschappijen worden uitbetaald aan de rechthebbenden naar aanleiding van een dodelijk arbeidsongeval
- De intrestlasten
- De juridische kosten
- De door de verzekeringsmaatschappij teruggevorderde technische lasten
- De aanvullende bijslagen voor de slachtoffers en rechthebbenden
- De speciale bijslagen voor de slachtoffers en rechthebbenden
- De herwaarderingsbijslagen
- De overlijdensbijslagen
- De verergeringsbijslagen
Al deze kosten, uitkeringen en renten worden, naargelang de rechtspraak, betaald door de verzekeringsmaatschappij en/of FEDRIS.
Deze kosten omvatten niet:
De onderstaande kosten die FEDRIS betaalt voor de slachtoffers van niet verzekerde werkgevers, de slachtoffers in de sector van de zeevisserij en de sector van de koopvaardij en voor ongevallen die gebeurd zijn vòòr 1988 en waarvoor de herzieningstermijn verstreken is.
Het betreft de kosten voor :
- Medische, chirurgische, farameutische en hospitalisatiekosten
- Prothesekosten
- Begrafeniskosten
- Verplaatsingskosten
- Uitkeringen voor tijdelijke arbeidsongeschiktheid
- Loonverliezen op de dag van het ongeval
Deze kosten bedragen vanaf 2015:
| 2015 |
2016 |
2017 |
2018 |
2019 |
2020 |
2021 |
|---|
| 6.393.664 |
6.019.815 |
6.064.805 |
5.235.664 |
5.804.254 |
5.162.415 |
4.688.591 |
Kosten per sector (NACE 2 - afdeling) voor de privé-sector
Het tweede niveau van de NACE structuur omvat de rubrieken die met een cijfercode van twee cijfers worden geïdentificeerd (afdelingen). In deze context wordt sector gelijkgesteld aan afdeling.
Vanaf 1 januari 2008 is het gebruik van de NACE-BEL 2008 verplicht in statistieken die verband houden met economische activiteiten.
Daarom besloten we om, in de verdeling van de kosten volgens sector, alleen maar de arbeidsongevallen vanaf 2008 in rekening te brengen.
Dit betekent dat we voor 2014 de kosten in rekening kunnen brengen die betaald werden in de jaren 2008, 2009, 2010, 2011, 2012, 2013 en 2014.
Om de verschillende jaren met elkaar te kunnen vergelijken zullen we voor de volgende jaren ook telkens maar de kosten van het desbetreffende jaar en de 6 voorafgaande jaren in rekening brengen.
Zo zullen we voor het jaar 2015 de kosten in rekening brengen die betaald werden in de jaren 2009, 2010, 2011, 2012, 2013 en 2014 en 2015.
De kosten die in rekening worden gebracht zijn dezelfde als bij de globale kosten.
Het verschil is hier dat we, voor wat de kosten per sector betreft, alleen de kosten weergeven van de arbeidsongevallen over een periode van 7 jaar, terwijl we bij de globale kosten de kosten weergeven van het desbetreffende jaar voor alle arbeidsongevallen die in het verleden gebeurden.
Voor meer informatie over deze gegevens kunt u contact opnemen met de Dienst Gegevensbank via het volgende e-mailadres: stats@fedris.be.
